Magnus

Ballroom tango

Ballroom tango is een stijl die behoort tot het ballroomdiscipline. De dans is afkomstig ui La Boca, wat ligt in de Argentijnse stad Buenos Aires. Ballroom tango is afgeleid van de Argentijnse tango. Het karakter en de muziek bij ballroom tango is anders dan bij de Argentijnse tango.

Een competitiedans

Onder invloed van de Engelsen werd deze ballroom tango één van de vijf standaard ballroomdansen en een echte competitiedans. In de loop der jaren is ook de ballroom versie wat minder stijf geworden en gaat hij weer meer lijken op de oorspronkelijke Argentijnse tango. De ballroom tango wordt gedanst in een tweekwartsmaat met bijaccenten en met een strikt tempo van 31 tot 33 maten per minuut. Dit tempo zorgt er ook voor dat de dans wat vlakker is en zeker ook wat minder sensueel.

De staccato bewegingen

De kenmerkende bewegingen zoals die met het hoofd van de dame horen echt bij de ballroom tango. Deze strakke bewegingen noemen ze de staccato bewegingen. De houding van de ballroom tango wijkt sowieso af van de andere ballroomdansen. Zo heeft de dame haar linkerhand niet op de schouder van de heer liggen, maar om zijn ellenboog. De hand van de heer ligt meer in het midden van de rug van de dame in plaats van op de linkerschouder. Ook danst men vaak met enigszins gebogen knieën.

De andere ballroomdansen

Behalve de tango behoren ook de Engelse wals, de quickstep, de Weense wals en de slowfox tot de internationale standaard ballroom dansen. Alle ballroom dansen zijn zeer progressief, wat wil zeggen dat men op de dansvloer tegen de klok in danst en hierbij een bepaalde afstand aflegt.

De Argentijnse tango

Aan het eind van de 19e eeuw was de tango zowel in Buenos Aires in Argentinië als in Montevideo in Uruguay erg geliefd. De nakomelingen van de slaven dansten met de seizoenarbeiders en immigranten uit Europa. Ook de Zuid-Amerikaanse cowboys, de gauchos, trokken vaak naar deze steden om te werken en om plezier te maken.

De nieuwe pasjes

De mensen gingen naar cafés, bordelen of zaaltjes om te drinken en te dansen en het kon ook zomaar gebeuren dat men gewoon op straat de tango danste. De mannen waren vaak diegene de danspassen bedachten en dit samen met een partner uitprobeerden. Deze stijlen noemden ze de canyengue of orillero stijl. Meer dan twee muzikanten waren er niet nodig; iemand met een gitaar en iemand met een fluit of viool was meestal wel voldoende. Het dansen was een vurige happening die ook zomaar kon uitlopen op ruzie, waarbij soms zelfs messen werden getrokken.

Iedere avond dansen

Aan het begin van de 20ste eeuw won de dans steeds meer aan populariteit. Er kwamen meer dansgelegenheden en de begeleidende bands werden uitgebreider en professioneler. De muziek was altijd live wanneer er gedanst werd. Iedere avond waren er in Buenos Aires wel ergens één of meerdere plekken te vinden waar je kon dansen. Er moesten daarom ook steeds meer orkesten komen. In die tijd ontstond ook de bandoneon en het orquesta tipica. De bandoneon maakte het eenvoudiger om boven het geluid van de mensen uit te komen, elektronische versterking bestond namelijk in die tijd nog niet. De komst van de radio maakte de tango nog populairder. Tussen 1930 en 1950 leek het er wel op dat iedere inwoner van Buenos Aires de tango danste. Iedereen ging minimaal één keer per week dansen.

Een gekuiste versie

In Europa had de Argentijnse tango in eerste instantie nog wel behoorlijk wat tegenstanders. Veel mensen vonden het een vulgaire en ordinaire dans. Zeker de Franse bisschoppen waren helemaal niet over deze dans te spreken, maar ook de hogere laag van de bevolking waaronder artsen vonden de tango maar niets. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat er een meer gekuiste versie ontstond. Hierdoor is ook de ballroom tango ontstaan. Vandaag de dag worden er zelfs speciale tango-events gehouden, zoals het grote internationale festival Tangomagia.